Samen aan de slag met biogas
Gashouders en waterschap zetten samen duurzame brandstofketen op
Van overtollig biogas op de rioolwaterzuivering (rwzi) afkomen door het te verbranden? Dat is hartstikke zonde, dachten Jan-Willem Eising, Pieter Mans en Jelmer Kalff. Je kunt het beter verwerken en opslaan, om het als duurzame energie op een andere plek in te zetten, vinden zij. De drie richtten daarom het bedrijf Gashouders op en creëerden bij de rwzi in Renkum, samen met Waterschap Vallei en Veluwe en andere partners, een duurzame brandstofketen voor biogas.

Jan-Willem Eising, Chief Operations Officer
“Zie je die twee grote, blauwe vergistingstanks daar? Dat is waar het waterschap biogas maakt uit slib”, zegt Jan-Willem Eising, Chief Operations Officer bij Gashouders. Hij staat op een van de gebouwen bij de rwzi in Renkum, waar water hoorbaar onderdoor stroomt. “Onder onze voeten komt water binnen uit het riool. Het wordt gescheiden van het slib, wordt gezuiverd en stroomt als schoon water uiteindelijk de Nederrijn in.”
Doordat hij de afgelopen tijd veel op de waterzuivering is geweest, weet Eising inmiddels het een en ander over wat daar gebeurt. Maar eigenlijk is niet het water zijn aandachtsgebied, maar juist het slib dat uit het riool komt. Of beter gezegd: wat er vrijkomt uit het slib. “Slib wordt op de waterzuivering vergist. Daarbij komt methaan vrij, dat bruikbaar biogas oplevert. Biologisch gas dus”, legt Eising uit. Dat biogas is een mooie manier om duurzame energie op te wekken. Met een deel van het biogas gebeurde dat bij de rwzi al, maar er was sprake van een overschot.
Daarom werd een deel afgefakkeld. Het overtollige gas werd dus in feite verbrand.

Biogas op de bouwplaats
Dat moet anders kunnen, dacht Pieter Mans. Met zijn jarenlange ervaring in de wereld van gas, zag hij een probleem: op veel plekken in Nederland is behoefte aan duurzame energie en brandstoffen. Bijvoorbeeld op bouwplaatsen, waar veel machines worden gebruikt die op diesel rijden.
Maar biogas dat in ons land wordt geproduceerd, wordt niet duurzaam gebruikt, maar vaak afgefakkeld. Mans nam Kalff en Eising mee in zijn gedachtegang en samen besloten ze er wat aan te doen. “Alle waterschappen samen fakkelen jaarlijks 10 miljoen kuub biogas af. Dat is echt heel veel”, zegt Eising. Hij loopt naar een zeegroene container die in de buurt van de grote vergistingstank staat en tilt een rooster aan de zijkant op. Erachter staan rode gasflessen. Eising gebaart naar de installatie naast de container. “Dat is ons vulstation. Wij reinigen het biogas dat uit de vergistingstank komt, drogen het en comprimeren het. We drukken het dus samen. Daarna slaan we het op in gasflessen in de containers. Die container wordt vervolgens verplaatst naar een plek waar behoefte is aan biogas, zoals een bouwplaats. Daar wordt het gas via een generator omgezet in stroom. Zo kunnen de grote machines op de bouwplaats, zoals graafmachines, draaien op duurzame energie in plaats van op diesel. Met de installatie op de rwzi in Renkum kunnen we 300 duizend liter diesel vervangen. Kort samengevat: er wordt minder gas afgefakkeld op de rwzi én er wordt geen diesel meer verstookt op de bouwplaats.”
Samen aan de slag
Tijdens een presentatie over duurzaam biogas maakte Eisings compagnon Mans kennis met Waterschap Vallei en Veluwe. “Zij wilden met ons verder praten over het idee van Gashouders”, herinnert Eising zich. Dat leidde tot een samenwerking, waarbij Gashouders een installatie en vulstation plaatste bij de rwzi in Renkum. “Hier was het affakkelprobleem groot. Bovendien was er genoeg ruimte voor onze installatie. Twee praktische redenen om hier te beginnen met een duurzame brandstofketen.” Bij die keten sloten ook bouwbedrijf GMB (Groep Midden-Betuwe), motorleverancier Koninklijke van Twist, gasbedrijf Buse Gas en de HAN University of Applied Sciences zich aan. “We zijn gestart met Gashouders en het waterschap, maar hadden partners nodig. Het is niet voor niets een duurzame brandstofkéten”, zegt Eising, die nadruk legt op het woord keten. Al snel vonden we bouwbedrijf GMB (Groep Midden-Betuwe), dat de potentie van ons plan zag. Buse Gas is gespecialiseerd in gasopslag, dus daar konden we niet zonder, en Koninklijke van Twist was bezig met een biogasgenerator. De HAN (University of Applied Sciences) doet continu onderzoek naar nieuwe vormen van brandstof. Al die partners bij elkaar vormden de keten. Hoe beter de samenwerking, hoe sterker de keten.” Die samenwerking bevalt Eising erg goed. “We krijgen veel vertrouwen vanuit de partners. In het begin moesten we wel wat scepsis overwinnen. Dat hoort er natuurlijk bij. Alle partijen hebben veel tijd geïnvesteerd in de samenwerking. Daar plukken we nu de vruchten van.”

Groter dromen
Die vruchten zijn straks op de rwzi (rioolwaterzuivering) in Renkum te zien. Er komen dit jaar meerdere containers te staan en de ambitie is dan ook om het vulstation een definitieve plek te geven bij de rwzi (rioolwaterzuivering). Gashouders zelf droomt inmiddels al groter.
Binnen drie jaar willen we een landelijk dekkend netwerk van vulstations maken. We gaan dit kwartaal naar tien containers. In 2025 moeten dat er honderd zijn.