Een vleugje Japan in de Binnenveldse Hooilanden
De bodem verbeteren met Bokashi
Nutteloos maaisel dat duur is om af te voeren omtoveren tot een nuttig product dat de bodem verbetert. Dat was de opdracht waarmee de coöperatie Binnenveldse Hooilanden bij Ede de pilot Beter Bodembeheer met Bokashi begon. Sámen met Waterschap Vallei en Veluwe en Stichting Mooi Binnenveld. Gebiedsbeheerder Arjen Threels verbindt de drie partijen.

Het is een uitje dat elk jaar op de agenda staat bij de examenleerlingen van Threels: kijken bij biologische boerderij De Hooilanden. Naast gebiedsbeheerder bij de coöperatie, is Threels namelijk ook docent biologie op het Christelijk Lyceum in Veenendaal. Drie dagen per week geeft hij les, twee dagen is hij op de boerderij aan het werk. “Elk jaar neem ik mijn examenleerlingen hier mee naartoe. Het eerste wat ik dan doe, is een schop in de grond steken. Er zit hier namelijk meer vee onder de grond dan erboven”, zegt hij, gebarend naar het gras om zich heen. Met vee bedoelt Threels de talloze wormen die in de bodem leven, vertelt hij in het zonnetje bij de boerderij. Die boerderij is de uitvalsbasis van Coöperatie Binnenveldse Hooilanden, waarin zeven agrariërs uit de omgeving zich hebben verenigd om samen een stuk van natuurgebied de Binnenveldse Hooilanden te beheren.
Er is hier, tussen Wageningen, Ede, Veenendaal en Rhenen, zo’n 300 hectare nieuwe natuur aangelegd. Die hebben wij samen met Staatsbosbeheer en Stichting Mooi Binnenveld verdeeld, legt Threels uit. Staatsbosheer heeft 200 hectare, Stichting Mooi Binnenveld heeft er zo’n 50 en wij ook.

Bokashi in de bodem
Het gebied dat de coöperatie beheert bestaat uit natuurgraslanden. Dat leverde vrijwel direct een vraag op: want graslanden worden gemaaid en leveren dus maaisel op. Wat moest de coöperatie daarmee doen? “Dit jaar hadden we bijna 400 ton maaisel. Dat kun je afvoeren, maar we wilden er eigenlijk niet mee slepen. Bovendien wilden we iets doen met bodemverbetering”, herinnert Threels zich. Hij deed mee aan een cursus bodembeheer van de gemeente Ede en hoorde daar over Bokashi. “Bokashi is Japans voor ‘goed gefermenteerd organisch materiaal. Je voegt bepaalde Bokashi-bacteriën en gesteentemeel toe aan het maaisel. Het geheel stop je vervolgens in een kuil, die je luchtdicht afsluit, waardoor het gaat fermenteren. Dus in plaats van maaisel af te voeren of te composteren, laat je het fermenteren, gecontroleerd rotten eigenlijk. Bovendien worden onkruidzaden door Bokashi gedood. Het klonk direct interessant.” In maaisel zit organische stof. Dat zijn vetten, koolhydraten en eiwitten, maar bij plantenmateriaal ook cellulose en lignine. “Dat vinden wormen heel lekker. Bij Bokashi wordt organisch materiaal niet direct afgebroken, maar pas na verloop van tijd. We hopen ook wat in de bodem te houden. Daardoor kan de bodem meer vocht vasthouden”, zegt Threels. “De wormen doen het dan beter en graven meer gangen, waardoor er meer lucht in de grond komt en water beter kan wegzakken. Zeker op maisland, dat veel wordt aangereden en waar niet veel leven in de grond zit, is dit een mooie oplossing.”

Spin in het web
Samen met Waterschap Vallei en Veluwe startte Coöperatie Binnenveldse Hooilanden drie jaar geleden de pilot Beter bodembeheer met Bokashi. “Het waterschap denkt mee, kijkt kritisch naar wat we doen, stelt vragen en stuurt onderzoeken door over Bokashi. Soms pept het ons ook even op of krijgen we gewoon de vraag: hoe gaat het ermee? Natuurlijk zorgt het waterschap ook voor financiering, anders hadden we als coöperatie het risico van werken met Bokashi niet durven nemen. Je praat toch over aardige bedragen. En wat fijn is: het waterschap is weer een lijntje erbij. Samen met de andere partijen vormen we een soort web, waarin iedereen een rol heeft. Dat werkt prettig, we komen er altijd wel uit.” Daarnaast organiseerde het waterschap een cursus bodembeheer voor agrariërs. “Een belangrijk onderdeel daarvan was profielen steken in de grond. Hoe ziet je bodem eruit, wat valt eraan op? De bodemsamenstelling hier is best ingewikkeld. Er is veen, wit zand, klei, eigenlijk allerlei grondsoorten door elkaar. Dat maakt bewerken van de grond niet altijd makkelijk. Maar voor zover we nu weten kan Bokashi op allemaal.” In het web dat waterschap, agrariërs en natuurbeschermers samen vormen is Threels de spin.
Ik zit in de driehoek tussen waterschap, natuurbeschermers en agrariërs in. Daardoor krijg ik de belangen van alle partijen mee. Soms overlappen die, maar soms ook niet. Ik denk dat er door dit project aan alle kanten meer begrip is gekomen voor elkaars standpunten. Er is een gezonde rivaliteit, maar we proberen er altijd met elkaar uit te komen.

Leren door te doen
Inmiddels loopt de pilot al drie jaar, met nog twee jaar te gaan. “Van elk jaar hebben we wat geleerd. Het eerste jaar waren de randen en het riet niet genoeg gefermenteerd. Het tweede jaar leerden we dat we het maaisel fijner moeten maken. Dit jaar willen we ontdekken of het nou echt de Bokashibacteriën zijn die verschil maken. We doen het maaisel elk jaar in een kuil, doen er Bokashi bij en dekken de kuil luchtdicht af met zeil. Dit jaar gaan we een proef doen door twee kuilen te maken: één met Bokashibacteriën en één zonder. Wel voegen we in beide kuilen gesteentemeel toe. Daarna kunnen we in de monsters en misschien ook op het land zien wat het verschil is.” Het uiteindelijke effect op de bodem wordt volgens Threels pas over een paar jaar duidelijk. “We willen natuurlijk het effect op de bodem meten, maar dat is een meerjarenplan. Het is niet zo dat je dit jaar iets op de bodem strooit en het gras of mais volgend jaar tot de hemel groeit. Afgelopen jaar groeide het mais goed, maar was dat door de Bokashi of gewoon doordat we een natte zomer hadden?”, vraagt de biologiedocent zich hardop af. “Organische stof opbouwen kost tijd. Die moet je erin investeren. Over vijf jaar hoop ik dat we echte resultaten kunnen meten in de bodem. En dat we er met het verdienmodel wat beter uitkomen en het financieel te doen blijft.” Voor de toekomst hoopt hij ook dat de samenwerking met partners, zoals het waterschap, in stand blijft.
Natuurlijk snap ik dat de financiering vanuit het waterschap uiteindelijk stopt, maar het zou leuk zijn als het op een andere manier toch betrokken blijft. Dat het niet is van: we laten het uit onze handen vallen en succes daar. Maar dat ze bijvoorbeeld de kennis die ze opdoen over Bokashi met ons blijven delen. We zijn allemaal nog aan het leren