De Europese Nitraatrichtlijn heeft tot doel om nitraat uit agrarische bronnen in grond- en oppervlaktewater te verminderen. Elke lidstaat stelt zelf actieprogramma’s met maatregelen op. Inmiddels is het 7e actieprogramma (7APN) een feit, net als de regels en voorwaarden voor het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Verplichte bufferstroken
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) vermeldt op haar website alles over bufferstroken.
Vanuit het GLB en het 7APN worden met ingang van 2024 nieuwe regels voor verplichte bufferstroken ingevoerd. In deze bufferstroken kan niet meer worden bemest, mogen geen gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast en gelden beperkingen voor gewaskeuze. Eind september is hierover duidelijkheid gekomen. Komende maanden start het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) samen met RVO de communicatie hierover op. Het waterschap krijgt hierover al vragen, maar de regels zijn nog niet duidelijk. In de tekst hieronder lees je wat halverwege november 2022 de situatie is.
- Langs alle wateren geldt in principe een bufferstrook van 3 meter, met de mogelijkheid terug te gaan naar 1 meter als de bufferstrook meer dan 4 procent van het oppervlakte van een perceel beslaat. Hierbij geldt de mogelijkheid terug te gaan naar 0,5 meter, als ook de 1 meter bufferstrook meer oppervlakte beslaat dan 4 procent van het perceel. De bufferstrook kan nooit smaller worden dan de huidige verplichte teeltvrije zone uit het Activiteitenbesluit. Bij wateren die voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn aangewezen, gaat een bufferstrook van 5 meter gelden. Dit zijn wateren die aan een bepaalde kwaliteit moeten voldoen. Hier bestaat ook de mogelijkheid om terug te vallen naar een smallere bufferstrook van 3 meter. Daarnaast is er een mogelijkheid terug te gaan naar 1 meter, als de 3 meter zone alsnog meer oppervlakte beslaat dan 4 procent van het perceel en de sloot niet breder is dan 10 meter. RVO gaat dit alles op kaarten intekenen.
- Voor ecologisch kwetsbare wateren gelden deze mogelijkheden om terug te gaan naar een kleiner gebied niet. Hierbij gelden altijd bufferstroken van 5 meter. Deze ecologisch kwetsbare wateren zijn aangewezen in bijlage I van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet. Die bijlage is te vinden via www.wetten.overheid.nl.
- Ook voor droge sloten en greppels geldt dat er een bufferstrook moet worden aangehouden. Het gaat om 1 meter langs sloten, die onder normale omstandigheden, tussen 1 april en 1 oktober droog staan.
Wat telt als een droge sloot?
De definitie van een droge sloot staat in het Activiteitenbesluit (artikel 3.79, lid 4). RVO gaat in het percelenregister van de Gecombineerde Opgave aangeven welke bufferstrook/teeltvrije zone van toepassing is op het betreffende perceel op basis van de 4 procent-regel en op basis van de droge sloten die nu bekend zijn. Agrariërs kunnen vanaf mei 2023 zelf de bufferstrook/teeltvrije zone corrigeren, zodat een sloot alsnog als droge sloot aangemerkt kan worden. Bij toezicht en controle is echter de definitie zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit leidend.
- Beweiding in de bufferstrook is toegestaan maar heeft gevolgen voor de hoeveelheid dierlijke mest die agrariërs op landbouwgrond mogen gebruiken, want de nieuwe bufferstroken tellen niet meer mee in die mestplaatsingsruimte.
- Heeft een agrariër bredere zones of bufferstroken begroeid met bloemenstroken? Of staan er bomen
of struiken? Dan kan de agrariër soms vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) hiervoor een financiële vergoeding aanvragen. De provincies gaan hiervoor gebieden aanwijzen.
Let op: houdt u er rekening mee dat het dempen van schouw- en perceelsloten (B- en C-wateren) volgens de Keur verboden is! Hiervoor is altijd een vergunning nodig, die is aan te vragen via https://www.vallei-veluwe.nl/toptaken/vergunning-aanvragen/
Beheerpakketten voor akkerranden, bodemverbetering en andere mogelijkheden (ANLb)
In de nieuwe GLB-periode komen ook nieuwe mogelijkheden voor akkerranden, bodemverbetering en zijn er diverse nieuwe beheerpakketten in zones rond natuurgebieden. Zo kan langs KRW-wateren en A-watergangen (sloten die het waterschap beheert) een beheerpakket worden afgesloten voor akkerrandenbeheer. Op deze manier is een vergoeding mogelijk voor de bovenwettelijke beheerkosten van de bufferstroken die breder zijn dan de nieuwe verplichting. Meer informatie over de mogelijkheden voor agrarisch waterbeheer is te lezen op de websites van de agrarisch collectieven.
Bovenstaande maatregelen moeten dus nog in de wetgeving worden opgenomen. Pas daarna treden ze in werking op 1 januari 2024.
Eventuele vragen over de exacte consequenties voor het bedrijf over verlies van mestplaatsingsruimte, omgang met beweiding, welke gewassen mogen indien hoofdgewas geen grasland is en hoe nu om te gaan met ANLb bufferstroken, kunnen het beste direct gesteld worden aan RVO via de website (rvo.nl).
Via https://bgtviewer.nl/ kunnen agrariërs al kijken. Binnenkort is de kaart gevuld met waterobjecten, aangeleverd door de waterschappen.
Over het nieuwe GLB is meer te lezen op:
https://www.toekomstglb.nl/actueel/nieuws
https://www.rvo.nl/onderwerpen/glb/het-nieuwe-glb