In een nagebootste hoogwatersituatie werd nu vooral geoefend met de speciale Hoogwaterapp. Geconstateerde 'beschadigingen' aan de dijk gaven de dijkwachten direct door in deze app. Dit waren geen echte beschadigingen, maar foto's achter een QR-code, van bijvoorbeeld een scheur in de dijk die in een extreem-hoogwatersituatie kan ontstaan. De ingevoerde informatie, bijvoorbeeld locatie, ernst, breedte of diepte van een scheur in de dijk, telt op tot een puntentotaal. Dat helpt om snel te kunnen bepalen welke calamiteit als allereerste moet worden verholpen en welke net iets minder dringend is. Dat gebeurt op de dijkpost, waar alle meldingen binnenkomen.
In de opzet van de oefening hebben we ook rekening gehouden met de uitkomsten van eerdere onderzoeken naar de veiligheid en stabiliteit van onze dijken. Van een aantal dijkvakken weten we dat ze op termijn versterkt zullen moeten worden om in 2050 te voldoen aan de dan geldende veiligheidsnormen. Die dijkvakken zijn nu al wat ingekort (zo'n 3 kilometer in plaats van 5), zodat daar intensiever gecontroleerd kan worden.
Deze jaarlijkse oefening is voor alle waterschappers die zich hiervoor inzetten hét moment om zich voor te bereiden op hun serieuze en belangrijke taak onze dijken te bewaken, mocht het tot een echte hoogwatersituatie komen.