De dijk wordt aan de binnendijkse zijde, de waterveilige kant, voorzien van een extra zand- en kleilaag. De oude bovenlaag wordt eerste verwijderd en aan te plaatse naast de dijk opgeslagen. Er wordt eerst zand aangebracht en daarna een kleilaag. Vervolgens wordt de oude vruchtbare bovenlaag teruggebracht op de dijk waarop het gras weer kan groeien.