Vraag en antwoord hydrologie
Deze kaart laat zien welke maatregelen je kan nemen om zo veel mogelijk water in het gebied vast te houden. Het uitschakelen van buisdrainage betekent dat de drainage die nu voorkomt in het perceel wordt verwijderd of onklaar gemaakt wordt. De detailuitwerking en afstemming met eigenaren zal nog moeten plaats vinden.
Dit betreft in hoofdzaak een omleiding van het landbouwwater wat vanwege de uitspoeling van nutriënten niet gewenst is in natuurgebieden. Tevens is het daarmee mogelijk om met de omleiding de waterstanden voor het landbouwgebied beter te reguleren. De omleiding langs de Vosstraat biedt als bijkomend voordeel een goede ontwatering voor wegen en woningen langs de Vosstraat. Dat betekent dat er meer maatwerk geleverd kan worden om de gewenste ontwateringsdieptes te realiseren. Dat neemt echter niet weg dat er geen water kan worden vastgehouden. Om effectief water vast te houden zijn inderdaad grote oppervlaktes nodig.
Bij een omleiding langs de Vosstraat is inderdaad geen ruimte voor een natuurlijke inrichting. Maar juist door deze omleiding kan dat bij de rest van de Oekense Beek wel.
Wij streven ernaar ook in de winter zoveel mogelijk water vast te houden. Dit geldt ook voor landbouwwater buiten het natuurgebied. Daarnaast is er in het kader van dit project een subsidieregeling om voor circa 75% tegen kosten een stuw te laten plaatsen in de perceelsloten om langer water vast te houden. Als u interesse heeft kunt u zich aanmelden via het reactieformulier op de website.
In natte perioden kan extra water worden afgevoerd via het aanwezige watersysteem.
De hoofdfunctie van de Rhienderense Beek, als afvoer van overtollig (grond)water, zal blijven bestaan. De maatregelen die in het schetsontwerp zijn opgenomen zijn doorgerekend om te bepalen wat de effecten daarvan zijn. Deze verandering van de grondwaterstand is getoetst op de benodigde ontwateringsniveau voor bewoning en landbouw. Met de aanpassingen van het profiel blijft het noodzakelijk dat er voldoende (grond)water kan worden afgevoerd. Nadat de maatregelen zijn uitgevoerd zal er nauwlettend in de gaten worden gehouden hoe de grondwaterstand doet wat we verwachten met het reeds aangelegde monitoringsnetwerk.
Je wilt niet leven in een te natte tuin. Daar hebben we ook oog voor. Hetzelfde geldt voor de landbouw: ook voor hen is een hoge grondwaterstand zeker in het voorjaar niet gewenst. We hebben 'droge voeten' als uitgangspunt genomen omdat dit punt van wateroverlast bij woningen twee jaar geleden een breekpunt leek te zijn. Men veronderstelde dat het gebied een soort moeras zou worden. Daarom hebben we nu extra naar de woningen gekeken. Maar het uitgangspunt geldt voor alle belangen. We willen een optimale waterbeheersing voor alle belangen.
Antwoord: Het is niet de bedoeling dat het einde van de natuurlijke beek op verschillende kaarten op verschillende plekken ligt. Wat tegelijkertijd wel zo is, is dat we een zoekgebied hebben aangegeven van waar we de beek willen dempen of laten meanderen. Het ligt nog niet exact vast tot waar precies we wat gaan doen. Op een bepaalde plek wordt de slenk weer een beek. Het eerstvolgende stuk willen we de beek een natuurlijker, meaderend karakter geven, dan volgt er nog een verondiept stuk maar op een bepaald moment, bij het einde van ons plangebied, is ook daarvoor geen mogelijkheid meer en behoudt de beek zijn huidige vorm.
Vanuit de landbouw is er inderdaad een aantal mensen geweest dat vindt dat je het peil in de Oekense beek prima kunt regelen met meer stuwen. Maar er zijn ook veel mensen die hebben aangegeven dat ze graag een natuurlijker systeem wilden, meer een slenk of slingerende beek. Alles wat bediend moet worden, is niet direct natuurlijk. Je kunt stuwen vervangen door aanpassingen in de watergang. Tegenwoordig kunnen we met onze modellen goed voorspellen wat er gebeurt met de afvoer en hoeven we niet bang te zijn dat een andere inrichting niet blijkt te functioneren. Daarom durven we te kiezen voor meer natuurlijke beken. Ze hebben ook andere voordelen, qua natuurwaarden. Het zijn ook verbindingen in het landschap. Een ondiepe oever is een geweldige plek voor allerlei planten en dieren. Het biedt dus veel meer dan wanneer je een strakke goot hebt met stuwen, die bovendien minder goed in dit gebied past.
We hebben dat niet overwogen. We zien dat de maatregelen die we nu voorstellen, voldoende zijn om heel veel herstel van de natuur tot stand te brengen. Op deze manier kunnen we veel verdroging voorkomen. Daarom hebben we geen aanvullende maatregelen overwogen om nog meer water vast te houden.
Antwoord: Deze plannen zijn voor de langere termijn. De stuwen, onder andere in de Oekense beek, hebben we dit jaar voldoende hersteld om ze weer te kunnen gebruiken. Dit voorjaar hebben ze 80 centimeter hoger gestaan dan in voorgaande jaren en dat draagt direct bij aan de watervoorraad in het gebied. Voor nu is dat mooi, maar het heeft de voorkeur om met natuurlijke middelen het peil en het water te beheren. Dus niet met een systeem dat je altijd moet aansturen, maar met slingers in de beek en ondiepe watergangen en dergelijke.
We hebben dat dit jaar al beter gedaan. We kunnen echter nog meer doen in het bestaande systeem om water vast te houden. Daar moeten we alert op zijn en samen met de beheerders in het gebied de mogelijkheden benutten. We hoeven niet te wachten tot alle maatregelen uit het schetsontwerp uitgevoerd zijn.
Er zitten her en der in het gebied 'slecht doorlatende lagen' in de grond waar het water op kan blijven staan. Zeker na piekbuien kan het dan een tijdje duren voordat het water in de bodem wegzakt. Het is lastig hier altijd rekening mee te houden omdat we niet altijd precies weten waar die lagen zitten - soms is dat ook heel lokaal. We kunnen wel sturen aan de grondwaterstand maar we kunnen weinig doen aan het effect van die slecht doorlatende lagen. We zullen overigens in de buurt van een woning geen extra water vasthouden. Dat gaan we vooral in natuurgebied doen. Dus ze hoeven niet bang te zijn voor effecten daarvan vlak bij huis.
We takken het water vanaf de Hallse Hooilanden af voordat het natuurgebied in gaat. Daar leiden we het om naar de Vosstraat dus komt er geen landbouwwater in het te dempen deel van de Oekense beek en ook niet in het nieuwe gedeelte, de nieuwe slenk.
Je kunt een samengestelde drainage maken, wat wil zeggen dat je de drainage niet direct aansluit op een sloot maar dat die in een put uitkomt. Daar kun je dan een pompje in zetten waarmee je het peil tot op een lager niveau dan het lokale peil kunt beheren. Dat kun je bijvoorbeeld ook doen met een ringdrainage rondom een woning. Het is geen duurzame oplossing en daarom zijn we hier niet direct voorstander van. Dus je kunt drainage ook gebruiken als oplossing voor wanneer het te nat wordt op landbouwpercelen. Dan kun je heel ondiep draineren zodat je toch voldoende ontwateringsdiepte houdt maar op een ander slootpeil niveau. De bewerkingsmogelijkheden blijven dan behouden.
Er zijn geen effecten te verwachten. De verontreiniging bij het voormalige HBU-terrein zit op een diepte van 12-14 meter in de grond. De maatregelen uit dit concept schetsontwerp beïnvloeden alleen het ondiepe grondwater en hebben geen effect op het grondwater op grotere diepte.
We kunnen garanderen dat de situatie niet slechter wordt. Mocht er een maatregel aan de beek uitstralingseffect hebben tot bij de woning, dan kunnen we daar lokaal maatregelen treffen. Door bijvoorbeeld de bermsloot aan te passen of een drainage aan te leggen, kunnen we dat compenseren. En zo kunnen we garanderen dat het niet natter wordt.
In eerdere bewonersbijeenkomsten hebben we verteld dat we goed kijken naar de woningen en de grondwaterpeilen die daar ontstaan. We hebben dat via het hydrologische model voor de huidige en toekomstige situatie berekend. We zagen eerst een heleboel woningen met effecten. Toen zijn we gaan inmeten hoe hoog die woningen liggen. We hebben met het model de effecten berekend aan de hand van de gegevens van het maaiveld. In de praktijk blijken huizen vaak toch een stukje hoger te liggen. We hebben ook een enquête gehouden onder de mensen. Daar komen ook woningen uit die bij ons niet in beeld waren maar die wel in de huidige situatie al last hebben van hoog grondwaterpeil. In de volgende fase gaan we verder uitzoeken hoe dat komt. Dat hoeft niet altijd aan het grondwater te liggen. Er zijn ook andere oorzaken mogelijk voor vochtproblemen. We gaan daar in de volgende fase naar kijken en we zijn er op gespitst om negatieve effecten te voorkómen.
Voor woningen/bebouwing is het van belang dat het grondwaterpeil niet hoger komt dan 70 centimeter onder het vloerpeil van de woning. Als door een maatregel het grondwaterpeil stijgt boven de genoemde grenswaarde van 70 centimeter zullen wij maatregelen treffen om de stijging ter plekke van de woning te beperken tot de genoemde 70 centimeter.