Gedwongen door de schaarste aan grond in de Gelderse Vallei nabij Lunteren, hadden hij en zijn vader ook niet veel keus. “Wij hebben 22 hectare grond en er is weinig grond te koop. Om te kunnen overleven, was er eigenlijk maar één mogelijkheid: meer uit de grond halen”, vertelt Theo aan de keukentafel van zijn monumentale boerderij, waar de volgende generatie waar hij op doelt ook aan zit: een tweeling van nog geen jaar en een meisje van drie. “We begonnen met het gebruik van vloeibare kunstmest ureum en vulden dat aan met een algenextract dat de wortelgroei van het gewas stimuleert. Voor het resultaat moet je wel geduld hebben, maar in de loop van de jaren nam het leven in de bodem toe en steeg de hoeveelheid en het eiwitgehalte van het ruwvoer. De melkproductie per koe steeg niet, maar doordat we minder krachtvoer hoefden in te kopen, daalde de kostprijs per liter melk”.
Vloeibare kunstmest
Aan boeren die er ook aan denken het roer om te gooien, adviseert Theo met twee dingen te beginnen. Ten eerste overstappen van kunstmest op stikstofbasis naar kunstmest op ureumbasis. En gebruik van lichtere landbouwwerktuigen met de juiste lage bandenspanning om verdichting tegen te gaan. Bij Theo werd door deze maatregelen de grasmat sterker en dichter. “Als ze elders in het gebied al last hebben van droogte, heb ik dat nog niet”. Bijkomend voordeel van vloeibare kunstmest: je kunt het heel precies met de veldspuit aanbrengen waardoor het niet al direct in het oppervlaktewater terecht komt, zoals bij het strooien van korrels kunstmest. “En daar wordt het waterschap ook weer blij van”, weet Theo.
Spiraal omhoog
En toen kwam het ministerie in 2014 met een proefproject waarbij de hoeveelheid koemest die mag worden uitgereden, afhankelijk is van de productie van het land. Theo kon deelnemen waardoor hij nu gemiddeld voor zijn bedrijf 89 kilo fosfaat per hectare mag uitrijden, in plaats van de geldende normen van 85 kg voor gras en 50 kg voor mais. “Door een hogere bemestingsnorm - in combinatie met die andere maatregelen - halen we meer van het land. Omdat de norm ieder jaar weer opnieuw wordt vastgesteld op basis van de opbrengsten van de drie voorgaande jaren, mogen we ieder naar meer koemest uitrijden. Dus daarmee is de mestwetgeving ook geen knellend keurslijf meer en zitten we in een spiraal omhoog”.
Loonwerk
Om een koeienras te krijgen dat de grotere hoeveel ruwvoer goed kan verwerken, ging hij zijn Holstein koeien kruisen met Montbéliarde en Deens Roodbontvee. Naast de 55 koeien, die melk leveren voor een kaasfabriek, houdt hij 6.000 biologische legkippen en voert hij loonwerk uit voor andere boeren.