Bronnen en sprengkoppen

1.1. Omschrijving
Bronnen vormen het begin van langzaam stromende beken. Ze liggen onder andere op hellingen van de Veluwezoom en ten westen van Arnhem. Oorspronkelijk zijn het laaggelegen ondiepe hellingkommen of poelen die overgaan in smalle ondiepe beekjes. Ze liggen voornamelijk in Natura2000 gebieden.
1.2. Kenmerken
Bronnen kunnen permanent stromend zijn, maar ook droogvallend. Het water is van nature helder, voedselarm en zacht.
1.3. Streefbeelden
In de beschaduwde bron is er een continue aanvoer van grondwater. De eveneens beschaduwde bronloopjes en bovenloopjes slingeren en hebben een constante lage afvoer zonder pieken. In de bron komen veel organische substraten zoals bladeren, takken en detritus voor. In de bronloopjes wisselen zand- en grindbodems af met detritusafzettingen en bladpakketten.
1.3.1. Doelsoorten
Kenmerkende plantensoorten van bronnen zijn paarbladig goudveil en bittere veldkers. De macrofauna bestaat uit soorten die houden van stroming en koud voedselarm water. Het gaat bijvoorbeeld om bijzondere soorten kokerjuffers en steenvliegen. Vissen komen in de sprengkop niet voor.
Doelsoorten | Kenmerken | ||
---|---|---|---|
vis | watertype | R3 | |
macrofauna | kokerjuffer | breedte (meter) | < 1 |
planten | paarsbladig goudveil | stroomsnelheid | < 50 cm (centimeter)/s (seconde) |
overig |
1.3.2. Gewenst beheer
Geen machinaal onderhoud. Beschaduwing en substraatvariatie intact laten. Plantenzones in en langs het water niet verwijderen. Over- en inhangend dood hout laten liggen.
Waterkwantiteit en -kwaliteit van het inzijggebied bewaken: water in het inzijggebied vasthouden. Inzijging van voedselrijk water voorkomen.
1.4. Kwaliteitsbeeld
1.4.1. B-kwaliteit - belevingswater
Diep ingegraven bronnen met relatief steile hellingen. Permanent gevoed door grondwater, maar in de meeste gevallen ook droogval. Langs de randen zijn veelal paden aanwezig en de taluds worden belopen. In de bron overheersen bladpakketten en ander organisch materiaal, kaal zand komt weinig voor. Gewenst beheer vergelijkbaar met streefbeeld; borgen dat bron niet beschadigd of vervuild raakt indien taluds belopen worden.
Het aantal plantensoorten is gering: bronkruid, moerasmuur en beekstaartjesmos zijn in geringe aantallen aanwezig, in zuur milieu domineren veenmossen.
Bronnen met een lager kwaliteitsbeeld dan niveau B komen niet voor.

B-kwaliteit - belevingswater