Veelgestelde vragen en antwoorden gedragscode
Sinds april 2025 geldt een nieuwe landelijke Gedragscode Soortenbescherming. De gedragscode geeft waterschappen regels en handvatten om beheer en onderhoud uit te kunnen voeren binnen de Omgevingswet. Hierdoor:
- Wordt vaker met een maaikorf gewerkt in plaats van een klepelmaaier, waardoor het maaisel minder versnipperd is en dus zichtbaarder.
- Wordt één talud per jaar gemaaid; de andere kant blijft staan voor biodiversiteit.
De gebruikte machines zijn veranderd. Het maaisel wordt nu in grotere plukken uit het water gehaald en langs de kant gelegd. Dit is ecologisch beter, maar valt meer op in het landschap.
Grondeigenaren zijn verplicht om het maaisel dat op hun perceel wordt gelegd, te accepteren. Meer informatie hierover vind je hier: Gedoogplicht ontvangst maaisel en baggerspecie | Informatiepunt Leefomgeving.
- Je hoeft het niet op te ruimen, maar mag dit wel doen.
- Je mag het maaisel gebruiken binnen de vrijstellingsregels van de kleine kringloop (bijv. compostering of bodemverbetering). Meer informatie over de vrijstellingsregeling plantenresten vind je hier.
In principe wordt er bij het maaien van watergangen volgens de gedragscode (en dus de Omgevingswet) gestreefd naar het sparen van één zijde, om ecologische waarden te behouden. Toch zijn er situaties waarin hiervan wordt afgeweken. Dit gebeurt om verschillende redenen:
- Veiligheid van machines en machinisten
Op sommige locaties is het niet veilig om maaiwerkzaamheden uit te voeren volgens de werkwijze binnen de gedragscode. Denk hierbij aan:
- Steile (dijk)taluds
- Smalle onderhoudspaden
In deze gevallen mag, op basis van een vrijstellingsregeling, toch worden geklepeld. Hierbij wordt nog steeds één zijde gespaard, maar het klepelverbod geldt dan niet om zo de veiligheid van de machinist te waarborgen.
- Fysieke onmogelijkheid om één zijde te sparen
In andere gevallen worden beide zijden van de watergang gemaaid, maar dit gebeurt niet op basis van een veiligheidsvrijstelling. Dit is bijvoorbeeld het geval bij:
- Zeer smalle watergangen, waar het fysiek niet mogelijk is om een talud te sparen
- Overstorten, waar onderhoud aan beide zijden noodzakelijk is
Voor deze situaties is vooraf een ecologisch onderzoek uitgevoerd. Daarmee is vastgesteld dat het maaien geen negatieve gevolgen heeft voor beschermde soorten of ecologische waarden.
3. Veiligheid weggebruikers
Stroken langs wegen (een deel van de berm het dichtste bij de weg / fietspad) mogen op de traditionele manier gemaaid worden. Het gaat dan om de veiligheid van weggebruikers.
Ook nu we watergangen minder intensief mogen maaien, monitoren en beheren onze peilbeheerders de waterstanden voortdurend en grijpen we in waar nodig. Overtollig water voeren we zo snel mogelijk af en we passen de instellingen van stuwen aan om het waterpeil te regelen.
Geef meldingen door via (055) 5 272 911 (kies voor optie 1) of mail naar [email protected]. Wij pakken je melding zo snel mogelijk op.