Belasting
Waterschap Vallei en Veluwe zorgt dagelijks voor veilige dijken, het zuiveren van rioolwater en voldoende schoon water in sloten, beken en kanalen. Dit doet het waterschap voor 1,1 miljoen mensen in 37 gemeenten binnen het werkgebied.
Om deze taken uit te voeren, int het waterschap belasting. Net als gemeenten heft het waterschap verschillende belastingen: de zuiveringsheffing, verontreinigingsheffing en watersysteemheffing. Voor de watersysteemheffing zijn er vier categorieën belanghebbenden:
- ingezetenen (inwoners),
- eigenaren van gebouwen,
- eigenaren van natuurgronden,
- eigenaren van overige ongebouwde grond.
De kostentoedelingsverordening bepaalt welk deel van de kosten aan elke categorie wordt toegerekend. Binnen de categorieën (met uitzondering van ingezetenen) bestaat de mogelijkheid om tarieven te differentiëren. Dat houdt bijvoorbeeld in dat de hoogte van de waterschapsbelasting kan variëren, afhankelijk van de locatie in het gebied. Zo kan het zijn dat een eigenaar van een hectare agrarische grond in het lager gelegen gebied meer betaalt, aangezien het waterschap meer kosten moet maken om het gebied bijvoorbeeld te bemalen. De tariefdifferentiaties maken onderdeel uit van de kostentoedelingsverordening.
Kostentoedeling per categorie
De bijdrage van ingezetenen hangt mede af van de mate van verstedelijking. Hierbij kijkt het waterschap naar de bevolkingsdichtheid en de hoeveelheid natuur in het gebied. De kostentoedeling gebeurt in twee stappen:
- Het waterschap stelt eerst vast welk percentage de categorieën ingezetenen, natuur, overig ongebouwd en gebouwd moeten betalen.
- Ingezetenen betalen per huishouden.
- De bijdrage van de categorie natuur wordt berekend op basis van het aantal hectaren natuur per 1.000 inwoners.
- De bijdrage van overig ongebouwd wordt berekend op basis van het aantal hectaren overig ongebouwd per 1.000 inwoners.
- Het resterende deel komt voor rekening van de categorie gebouwd.
- Daarna maakt het bestuur een afweging op basis van gebiedskenmerken. Op basis daarvan stelt het de definitieve percentages vast. Gebiedskenmerken zijn eigenschappen van het gebied en van de uitvoering van de waterschapstaken.
Een paar soorten kosten worden rechtstreeks toegekend aan een specifieke categorie: de kosten van verkiezingen en kwijtscheldingen worden toegekend aan de categorie ingezetenen, en WOZ gerelateerde kosten worden toegekend aan de categorie gebouwd.
Actualisatie
De wet verplicht het waterschap om de kostentoedeling elke vijf jaar te actualiseren. De vorige actualisatie vond plaats in 2024. Vanwege de invoering van een vernieuwd belastingstelsel per 1 januari 2026, voert het waterschap deze keer eerder een actualisatie door. Vanaf 2026 geldt weer een vijfjaarlijkse cyclus.
Dijkgraaf en heemraden stellen voor aan het algemeen bestuur om de kostentoedeling per 1 januari 2026 als volgt vast te stellen:
| Kostentoedeling |
Vanaf 01-01-2026 |
In 2024 |
Kostentoedeling
| Ingezetenen |
34,68% |
34,6% |
| Natuur |
0,39% |
0,3% |
| Overig ongebouwd |
6,43% |
6,5% |
| Gebouwd |
58,50% |
58,6% |
