De jaarlijkse snoeischouw kent een formele procedure. Elke eigenaar van bomen en struiken die het onderhoud van watergangen of dijken door het waterschap in de weg staan, ontvangt medio oktober een brief. In deze brief vraagt het waterschap de eigenaar om bomen of beplanting zodanig te snoeien dat medewerkers van het waterschap ongehinderd kunnen werken.
In de tweede helft van januari worden de locaties die het onderhoud hinderen gecontroleerd. Naar verwachting geeft het overgrote deel van de eigenaren gehoor aan het eerste verzoek in de brief. Eigenaren die daaraan niet voldoen ontvangen een nieuwe brief. Daarin krijgen zij de gelegenheid het onderhoud alsnog uit te voeren.
Blijkt na herschouw dat het onderhoud ook dan niet is gedaan, dan volgt een laatste oproep. Is daarna het onderhoud nog steeds niet uitgevoerd, dan voert het waterschap het onderhoud uit op kosten van de eigenaar. Daar bovenop komen nog voorbereidingskosten