Een rondje Noordelijke Randmeerdijk
Je leert het al op de basisschool: dijken beschermen ons land tegen water. Ook in het werkgebied van Waterschap Vallei en Veluwe vind je dijken. Om te zorgen dat die veilig blijven, is soms een dijkverbeteringsproject nodig. Zoals bij de Noordelijke Randmeerdijk, die van Doornspijk tot Noordeinde loopt. We stappen in de auto voor een rondje Noordelijke Randmeerdijk.
Mooi hè, hier in de polder bij Oldebroek?”, vraagt Richard Bouwmeester. Hij slaat een zijweg in en wijst naar links. Voorbij een haasje dat door de uitgestrekte weilanden rent ligt en zwanen die in de sloot dobberen, ligt een dijk: De Noordelijke Randmeerdijk. Als omgevingsmanager van het dijkverbeteringstraject dat hier plaatsvindt, is Richard hier vaak te vinden. “Als omgevingsmanager zorg je dat het waterschap en de omgeving het met elkaar eens worden over een project”, legt hij uit. “Participatie is de afgelopen decennia steeds belangrijker geworden. We nemen mensen mee in onze plannen.”


Van Zuiderzee naar Randmeren
Na een paar minuten rijden stopt Richard bij Gemaal de Wenden. Rechts van het gemaal, tussen de weilanden, staat het water hoger dan links. “Het water komt hier vanuit de Gelderse Gracht. Het wordt bij het gemaal omhoog gedraaid door vijzels en stroomt via de Gelderse Sluis naar de Veluwerandmeren”, legt de omgevingsmanager uit. Die randmeren zijn precies waartegen de Noordelijke Randmeerdijk het achtergelegen land beschermt. “Vroeger werd de Zuiderzee tegengehouden door deze dijk. Maar door inpoldering is die zee verdwenen en zijn de randmeren ontstaan. De kans op een grote overstroming is nu klein. Maar bij bepaalde omstandigheden – een combinatie van hoogwater, harde wind en veel neerslag – kan er nog steeds een risicovolle hoogwaterstand ontstaan. De dijk is dus nog steeds nodig.”
Onderhoud aan de Noordelijke Randmeerdijk is daarom ook nog steeds nodig. Bij een toetsing bleek dat de dijk niet meer aan de eisen voldeed. “Uiteindelijk is daarom besloten dat een kleine kilometer van de dijk en een aantal kunstwerken moesten worden verbeterd”, legt Richard uit, terwijl hij weer in zijn auto stapt. Met kunstwerken bedoelt de omgevingsmanager in dit geval sluizen. Zo zitten er vier monumentale sluizen in de dijk. “Verschillende sluizen moesten nog met de hand worden gesloten en geopend. Dat is nu voor een deel geautomatiseerd. Er zijn zogeheten opnemers geplaatst, die registreren hoe hoog het water staat. Als het nodig is, sluiten de deuren.”

Grenssluis
Richard rijdt naar de Gelderse Sluis bij Noordeinde. Hierin zijn eind 2022 drie nieuwe sets deuren geplaatst. Grijze kasten bovenop de sluis regelen het openen en sluiten daarvan. Richard: “Als de waterdruk vanuit het Veluwerandmeer hoog wordt, schiet een hendel bij de deuren omhoog. Daardoor sluiten ze.” De Gelderse sluis is een van de monumenten in de dijk. De omgevingsmanager wijst naar een oude Rijkspeilschaal op de sluis, die een heel eind boven het water uit steekt. “Zo hoog kon het water ooit komen”, zegt hij. Dan, wijzend naar land aan de overkant: “Maar toen was dat land er natuurlijk nog niet. Toen was het hier nog Zuiderzee.”
De sluis is niet alleen bijzonder omdat hij er al meer dan honderd jaar staat, maar ook omdat hij grenst aan twee waterschappen: Waterschap Vallei en Veluwe en Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta). Richard steekt de sluis over en loopt naar een berg klei.
Hier verbeteren we een stuk dijk dat niet van ons waterschap is, maar van WDODelta. De dijk die er lag was niet hoog genoeg. Omdat we een gezamenlijke opgave hebben als waterschappen, hebben we dit stuk ook samen opgepakt. We zitten zo dicht bij elkaar, dan is het logisch dat we samenwerken.
Patrick Gaynor, heemraad Waterschap Vallei en Veluwe
We hebben de Noordelijke Randmeerdijk op een aantal punten versterkt. De Gelderse Sluis kreeg nieuwe sluisdeuren en we hebben nog een aantal andere sluizen versterk. Nu voldoet deze hele dijk tussen Doornspijk en Noordeinde aan de nieuwste eisen voor waterveiligheid en is deze klaar voor de toekomst.
Bootje verplaatsen
Door naar de laatste stop: de Bolsmerksluis, tussen Noordeinde en Elburg in. Tussen de zachtjes wiegende takken van een treurwilg door is het huis van Alfred van der Heijden te zien. De Bolsmerksluis ligt in zijn voortuin. “Ik ben 10 jaar geleden bij het dijkverbeteringsproject betrokken”, vertelt hij. “En ik moet zeggen: ondanks dat het waterschap een ambtelijke kolos is, ben ik echt betrokken bij de veranderingen rond mijn huis.”
Alfred en eerdere eigenaren hadden de Bolsmerksluis zo’n 60 jaar lang “min of meer in beheer’, vertelt hij. “Ik mocht er een bootje neerleggen, hield de sluis een beetje schoon en deed onderhoud. Door nieuwe maatregelen vanuit de overheid moet de sluisdeur nu permanent dicht. Dat betekent ook dat mijn boot uit het vaartje bij de sluis moet. Samen met het waterschap heb ik gezocht naar een oplossing.” Die werd gevonden: Alfred mag zijn boot nu aan de andere kant van de sluis leggen. Hij kijkt vanaf zijn oprit ook uit op de graafmachines die een eindje verderop bezig zijn. Ze graven oude veenlagen onder de dijk uit. De gaten worden vervolgens gedicht met zand. “Daardoor wordt de dijk steviger, heb ik me laten vertellen”, zegt Alfred.
"Het is logisch dat we samenwerken."

Richard Bouwmeester, omgevingsmanager bij het waterschap
en Alfred van der Heijden, bewoner.
Hoewel hij in eerste instantie niet enthousiast was over het dijkverbeteringsproject, werd hij dat later wel. “We hebben het over een storm die eens in de 100 jaar mogelijk kan voorkomen. Om daarvoor nou altijd de nooddeur van de sluis dicht te zetten… Maar er is me duidelijk uitgelegd waarom het nodig is en er wordt altijd met me meegedacht. Dat is heel prettig. We vergeten in Nederland weleens dat we met z’n allen onder zeeniveau wonen. Dat nemen we voor lief, maar o wee als het eens fout zou gaan. Als dit dijkverbeteringsproject klaar is, kunnen we er in deze regio hopelijk weer 100 jaar tegenaan.”